Hand - Pols Expertise Centrum

Den Bosch en omgeving

Ziekte van Dupuytren

Wat is de ziekte van Dupuytren ?
De ziekte van Dupuytren is een chronische ziekte en heeft vaak een genetische oorsprong, waarbij verdikking optreedt van het bindweefsel/steunapparaat van de hand. Dit is oppervlakkig gelegen in de handpalm en vingers en bedekt de onderliggende structuren. Vaak begint deze verharding met een knobbel in de handpalm, welke een nodus wordt genoemd. Bij voortschrijding van het proces ontwikkelt de nodus zich tot een bindweefselstreng die door kan lopen tot ver in de vinger. Deze streng kan na verloop van tijd leiden tot een kromstand van de vinger en het strekken van de vinger verhinderen zodat de handfunctie belemmerd wordt. Soms is de huid ter plaatse van de nodus of streng ingetrokken.

Klachten
Het ontstaan van de bindweefsel knobbels en strengen wisselt van enkele maanden tot vele jaren. De bindweefsel knobbels in de handpalm kunnen pijnlijk en afhankelijk van het beroep ook hinderlijk zijn. De bindweefsel strengen kunnen het strekken van de vinger beperken. De vinger staat dan in een gebogen stand en de hand kan niet geheel plat op tafel gelegd worden. Soms kan de streng tot gevoelsstoornissen in de aangedane vinger leiden doordat het de zenuw beklemt. De ziekte doet zich meestal voor in beide handen (50%) en vaak zijn de ringvinger en pink het eerst aangedaan. De ziekte komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
Een ernstigere vorm van de ziekte is geassocieerd met:

  • het ontstaan op jonge leeftijd, het voorkomen van de ziekte komt aan beide handen
  • het voorkomen van de ziekte in de familie
  • het aangedaan zijn van drie of meer vingers en het voorkomen van bindweefsel knobbels op andere locaties, zoals bij de ziekte van Lederhose (knobbels op de voetzool) en Peyronie (verharding van de penisschacht met een kromstand tijdens de erectie).

Oorzaak
De oorzaak van de ziekte van Dupuytren is nog onduidelijk. Wel lijkt er sprake van een genetische origine, aangezien veel mensen met deze ziekte ook een familielid hebben met deze aandoening (25%). De ziekte komt vooral voor bij Noordwest Europese volkeren, met de hoogste aantallen in Scandinavië. Het komt zelden voor in Afrika of Azië, met uitzondering van Japan. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de verspreiding van (het genetisch materiaal van) de Vikingen.

Behandeling
Voor de ziekte zelf bestaat geen behandeling. Wel kunnen de belemmeringen die het gevolg zijn van de ziekte operatief verholpen worden door de bindweefsel strengen chirurgisch te verwijderen of door te nemen. Aangezien de ziekte niet weggenomen kan worden, kunnen er opnieuw bindweefsel strengen ontstaan. Gezien het feit dat het een chronische aandoening betreft is het belangrijk het juiste moment van operatie te bepalen. In het algemeen bestaat er een operatie indicatie als de handpalm niet meer plat op tafel kan worden gelegd. Dit komt overeen met een kromstand van de gewrichten van meer dan dertig graden.
De meest gebruikelijke operatie is:

  • selectieve of partiële fasciectomie, waarbij via een (zigzag) snede in de huid de bindweefsel strengen worden weggesneden, zodat de vinger weer gestrekt kan worden. Indien de kromstand geruime tijd bestaat kan het zijn dat dit niet helemaal haalbaar is. Heel soms is het nodig om een huidtransplantaat in te hechten vanwege het huidtekort dat ontstaat na het strekken van de vinger. De operatie vindt meestal plaats in dagbehandeling en onder regionale anesthesie, waarbij de gehele arm wordt verdoofd.
  • in bijzondere gevallen wordt de streng inclusief de aangedane huid weggesneden (dermofasciectomie), waarbij het huiddefect bedekt wordt met een huidtransplantaat van bijvoorbeeld de onderarm.
  • in enkele gevallen kan de streng door middel van kleine naaldenprikken onder lokale verdoving doorgenomen worden (naaldfasciotomie).

Complicaties
Voor iedere operatie aan de hand en pols bestaan de complicaties uit nabloedingen, infecties, koude-intolerantie en het ontwikkelen van vegetatieve ontregeling (zie vegetatieve ontregeling).
Bij alle chirurgische technieken (inclusief de naaldfasciotomie) bestaat er een kleine kans op beschadiging van omliggende vaatzenuwstrengen. Bij het inhechten van een huidtransplantaat kan de huid afsterven wanneer deze niet goed groeit.

Nabehandeling
Na de operatie wordt de hand verbonden met een licht drukkend verband dat enkele dagen moet blijven zitten. De nabehandeling vindt in bijna alle gevallen plaats door een Handtherapeut van het HPEC of een Handtherapeut bij U in de buurt. De Handtherapeut verwijdert het drukverband, verzorgt de wond en geeft U instructies omtrent de oefeningen en de inschakeling van de hand. Afhankelijk van de ernst van de aandoening moet er gedurende minimaal drie maanden of maximaal zes maanden een nachtspalk gedragen worden. Dit om de operatief bereikte strekstand van de aangedane vingers zoveel mogelijk te behouden. Na twee tot zes weken is de hand weer volledig functioneel, afhankelijk van de uitgebreidheid en ernst van de aandoening.